maart 29, 2024

Boek over de Velser Affaire

Loading

De Velser Affaire, Bezettingstijd 1940-1945 in Kennemerland
Guus Hartendorf, inspecteur bij de regiopolitie Kennemerland

Op 12 mei 2001 verscheen het boek De Velser Affaire, Bezettingstijd 1940-1945 in Kennemerland, geschreven door Guus Hartendorf, inspecteur bij de regiopolitie Kennemerland.

De Velser Affaire is het vervolg op zijn boeken Politieverzet in Haarlem tijdens de Tweede Wereldoorlog en Velsen Bezet en Bevrijd uit respectievelijk 1994 en 2000.

De Velser Affaire ontleent zijn titel aan de gelijknamige affaire. Na de oorlog was er heel wat te doen over de Velser Affaire, waarin leden van de gemeentepolitie Velsen en verzetsmensen een rol speelden. Het Onafhankelijk Critisch Weekblad ‘De Ochtendpost’ met hoofdredacteur L.A. Rodrigues Lopes, bond in januari 1946 de kat de bel aan. In december 1945 en januari 1946 werd in het kader van de Bijzondere Rechtspleging een onderzoek ingesteld naar vermeende dubieuze praktijken van politiefunctionarissen en met hen samenwerkende verzetslieden. Het probleem daarbij was, dat figuren die daar bij betrokken waren, zelf een rol binnen die Bijzondere Rechtspleging speelden. Rodrigues Lopes stelde daarom een gedocumenteerde aangifte in handen van de officier van te Amsterdam en hoopte dat dan de minister van justitie zou besluiten een nieuw, onafhankelijk onderzoek in te stellen, door personen die buiten de Bijzondere Rechtspleging stonden.

De Ochtendpost schreef dat hoofdinspecteur mr. J.P. Engels en commissaris J.P. Weyburg in juli 1940 betrokken waren bij het overdragen van vliegers van de Royal Air Force aan de Duitsers, dat Velser politiemannen medewerking verleenden aan het liquideren van joodse zaken en bezittingen, het oppakken van joden, illegaal werkers en communisten, het geven van opdrachten tot moord en het arresteren van de daders van de aanslag op een boer. Tenslotte was het de krant een doorn in het oog, dat een aantal van deze politiemannen na de bevrijding deel uitmaakte van de Politieke Opsporingsdienst en de Politieke Recherche-afdeling. Daardoor waren zij in staat, zaken waarbij zij zelf waren betrokken, in de doofpot te laten verdwijnen. Medio juli 1946 werd een van de redacteuren van De Ochtendpost opgebeld met het verzoek aan de hoofdredacteur de boodschap te geven, dat, als hij niet stopte met publiceren over de Velser Affaire hij ‘een tik in de nek’ zou krijgen.

Ongeveer gelijktijdig speelde in Bloemendaal de ‘zaak-Menten’, die in 1941 in dienst trad bij de SD in het Poolse Krakau en in 1943 in Aerdenhout kwam wonen. Menten werd kort na de bevrijding gearresteerd en zat een halfjaar vast. In zijn huis werden ondertussen allerlei waardevolle voorwerpen gestolen. Zowel het onderzoek naar de zaak-Menten als de Velser Affaire stond onder leiding van procureur-fiscaal bij het Gerechtshof te Amsterdam Nico Sikkel, die voortdurend overhoop lag met procureur-generaal Van Thiel van hetzelfde hof. Beiden lieten eigen onderzoeken uitvoeren en van samenwerking was geen sprake. De verschillende onderzoeken werden plotseling afgebroken en aan anderen overgedragen.

Namens de Tweede Kamer onderzocht eind jaren veertig de commissie-Versteeg de Velser Affaire, en in de jaren 1977-1978 deed de commissie-Schöffer het nog eens over.

In zijn boek zet Hartendorf de 25 zaken die uiteindelijk de Velser Affaire zouden vormen op een rij. Daarna volgt het relaas van de diverse onderzoeken, waarbij de auteur put uit de rapporten van Versteeg en Schöffer, krantenartikelen, gesprekken met betrokkenen, processen-verbaal, mutaties uit de dagrapporten van de politie en andere bescheiden. Oud-politieman en illegaal werker Arie Wittebrood, die in de affaire verzeild raakte, verbreekt in het boek na ruim vijftig jaar het stilzwijgen en spreekt vrijuit met zijn collega over de Velser politie in en na oorlogstijd.

De Velser Affaire begint met een korte beschrijving van de organisatie van de Nederlandse politie en die te Velsen in het bijzonder. Hoewel de Velser politie door de affaire een slechte naam kreeg, onthult de schrijver dat er toch een kleine verzetsgroep binnen dat korps bestond. Ondanks het feit dat een eenheid van het Duitse leger in het hoofdbureau van politie gehuisvest was, was er door de politie-knokploeg een voorraad illegale wapens en munitie binnen het bureau aangelegd en beschikte de groep over valse sleutels van alle kamers en de cellen.

In het kader van de arbeidsinzet werden in december 1944 zestien Velsense politiemannen per trein naar Duitsland gebracht. De groep was in uniform en door een list zagen zij kans in Almelo te ontsnappen. Zij vonden in het holst van de nacht onderdak bij kleermaker De Weerd, die via contacten met de marechausseekazerne in Vriezenveen de politiemannen liet onderduiken.

Tussen verzetsgroepen in Velsen en de politie-KP van de Velser en de Haarlemse politie was contact, waarin ook Begraafplaats Westerveld en het Crematorium Velsen een rol speelden. In het crematorium werd in het geheim verzetsstrijder Jan Bonekamp uit IJmuiden gecremeerd, waarna de urn met zijn as op de vensterbank in de kamer van de foute politiekorpschef werd tentoongesteld. Vaak werkte Bonekamp samen met de bekende verzetsstrijdster Hannie Schaft. In het boek beschrijft de auteur aan de hand van verklaringen van onder anderen de SD’er Willy Lages hoe haar laatste dagen waren. Ook de sectie op het stoffelijk overschot van Hannie Schaft, die in aanwezigheid van de koninklijke familie op de Eerebegraafplaats in Overveen werd herbegraven, wordt door de auteur gedeeltelijk geciteerd.

De Velser Affaire is voor zover bekend het eerste boek waarin een complete lijst staat met de namen van hen die op de Eerebegraafplaats zijn begraven. Een groot aantal van hen werd in Noord-Holland gefusilleerd, zoals bijvoorbeeld in Amsterdam, Sint Pancras, Limmen, Wormerveer, Haarlemmermeer, Zwanenburg, Halfweg, Haarlem en Overveen. Soms gingen die fusillades gepaard met brandstichting en plundering door de Duitsers. Daar besteedt Hartendorf aandacht aan, evenals aan de Silbertannemoorden in Velsen, Beverwijk en op schrijver A.M. de Jong in Blaricum.

In de duinen rond Velsen werd gespioneerd, waarbij Westerveld een rol speelde. Het zoontje van de opzichter werd met geheime informatie door de Duitse wegversperringen gestuurd en een aantal onderduikers ontsnapten via de begraafplaats aan de dood. De opzichter zorgde er voor, dat een kraaiennest van de bezetter met de grond gelijk gemaakt werd.

Het voorwoord voor De Velser Affaire schreef Peter Molendijk, oud-burgemeester van Velsen en Steenwijk. Het boek bestaat uit 240 pagina’s en is ruim voorzien van foto’s en illustraties.

ISBN: 906076-4889. Winkelprijs f 55,-.


Over de schrijver

Gustaaf Erik Hartendorf werd op 28 mei 1953 in Santpoort geboren. Op 1 september 1970 trad hij in dienst van de gemeentepolitie Haarlem, waar hij een jaar later bij de surveillancedienst in het afdelingsbureau ‘Centrum’ aan de Smedestraat werd ingedeeld. Na een periode bij de recherche en opnieuw de surveillancedienst werd hij chef van de meldkamer. Toen op 1 april 1994 de gemeentepolitie werd opgeheven en het regiokorps Kennemerland werd gevormd, kreeg inspecteur Hartendorf een regionale functie. Na een korte periode bij de politie in Beverwijk, werd in juni 1998 het voormalige hoofdbureau van de gemeentepolitie Velsen zijn standplaats, waar zijn vader van 1 juli 1945 tot 1 september 1975 werkte.

Hij was voorzitter van de Historische Kring Velsen en schreef elf jaar als verslaggever van het Velsens weekblad Huis aan Huis vele artikelen over zijn gemeente.

Van zijn hand verscheen:

‘Uit de School geklapt’, jubileumboek t.g.v. het 60-jarig bestaan van de Juliana van Stolbergschool te Santpoort, oktober 1988;

‘Noodklokken luiden bij Ten Boom’, t.g.v. de herdenking van de SD-inval bij deze Haarlemse horlogerie op 28 februari 1944, februari 1994;

‘Politieverzet in Haarlem tijdens de Tweede Wereldoorlog’, uitg. De Vrieseborch te Haarlem, oktober 1994, januari 1995;

‘Driewerf Hoera!’, jubileumboek t.g.v. het 75-jarig bestaan van de Oranjevereniging Santpoort-Noord, Santpoort, april 1996;

‘De IJmuider spoorlijn, zo was het’, uitg. Slingenberg te Hoogeveen, november 1998;

‘Gemeente Velsen in Ansichtkaarten’, delen 1, 2, 3 en 4, uitg. Cornegge B.V., Velserbroek, 1998, 1999, 2000;

‘Velsen Bezet en Bevrijd’, uitg. Cornegge B.V., Velserbroek, 2000.

Bijdragen in:

‘Een gemeente in oorlogstijd, Velsen 1940-1945’, uitg. Historische Kring Velsen, mei 1995;

‘Duin en Kruidberg, Honderd jaar buitenplaats of Het duingebied van de familie Cremer’, uitg. De Vrieseborch te Haarlem/Historische Kring Velsen, januari 1998.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.